Get Adobe Flash player

Charter voor biodiversiteit.

 

 

Tussen het gemeentebestuur Grimbergen, hier vertegenwoordigd door

Marleen Mertens, burgemeester

Eddie Boelens, schepen van leefmilieu

en Natuurpunt vzw, Coxiestraat 11, 2800 Mechelen en haar lokale Natuurpunt-afdeling anderzijds,

wordt het hierna volgende ‘Charter voor Biodiversiteit afgesloten.

 

Met dit charter reikt Natuurpunt vzw de hand om dringend en effectief – in praktijk en op het veld – samen te werken om het verlies van biodiversiteit terug te dringen, ook in onze gemeente. Het baseert zich op de internationale verdragen van de VN-duurzaamheidstop in Johannesburg in 2002, de biodiversiteitsconferentie in Nagoya in 2010 en brengt het Europees natuurbeleid in de praktijk.

Het charter legt de prioriteit bij de meest bedreigde en kwetsbare ecosystemen, met hun leefgebieden en soorten,waarvoor onmiddellijk beleidsmaatregelen en acties ter behoud en herstel nodig zijn.

Het samenwerkingsverband baseert zich op 4 punten:

  • Kennis en informatie over biodiversiteit samenbrengen en ter beschikking stellen
  • Biodiversiteit als permanent aandachtspunt in de besluitvorming integreren
  • Door sensibilisering betrokkenheid van het publiek creëren
  • Concrete acties voor behoud en herstel van leefgebieden en soorten

 

  • Plaats: Grimbergen                                      Datum: oktober 2014Voor het Gemeentebestuur                                               Voor Natuurpunt vzw,

Marleen Mertens       Eddie Boelens                           Michiel Callens

Burgemeester         Schepen van Leefmilieu            Natuurpunt-Grimbergen

 

 

De ondertekenaars erkennen dat wereldwijd, maar ook in Vlaanderen:

  • de biodiversiteit[1] – en met name de samenhang van alle levende wezens (planten, dieren en mensen) in goed functionerende ecosystemen – op een onnatuurlijk hoog en verontrustend tempo achteruitgaat, en dit door toedoen van de mens, wat nog versterkt wordt door de wereldwijde klimaatverandering als gevolg van menselijk handelen.
  • de aantasting van de biodiversiteit en het verlies van de ecosysteemdiensten2 die er door geleverd worden (water- , bodem- en voedselkringloop, regeneratie van natuurlijke hulpstoffen, beheersing van plagen- en vervuiling, chemisch- en genetisch reservoir…) onverantwoord negatieve gevolgen kan hebben voor de welvaart van mens en maatschappij op mondiale tot lokale schaal.
  • de biodiversiteit en de natuurlijke leefomgeving tevens van cruciaal belang zijn voor het welzijn van mens en maatschappij en met name voor de gezondheid, de recreatie, de educatie, de (culturele) inspiratie en de keuzevrijheden.
  • de biodiversiteit een kans is voor een streek en haar bevolking door haar bijdrage tot de leefbaarheid van de (woon)omgeving en de levenskwaliteit. De samenhang van natuur, landschap en cultuurhistorie bepaalt mee de streekidentiteit en de aantrekkingskracht voor bewoners en bezoekers (toerisme en recreatie).
  • bij het terugdringen van de achteruitgang van de biodiversiteit het noodzakelijk is dat op alle beslissingsniveaus de verschillende overheden en actoren hun verantwoordelijkheid nemen en verhinderen dat de problemen afgewenteld worden op andere regio’s, continenten én op de komende generaties.
  • voor de biodiversiteit niet alleen de overheden een belangrijke verantwoordelijkheid moeten opnemen, maar dat daarnaast alle actoren en gebruikers die bij de landelijke ruimte betrokken zijn, bijdragen aan het behoud en de ontwikkeling van de soortendiversiteit in de aan hen toegekende ruimte.
  • acties voor het behoud en het ontwikkelen van biodiversiteit een  doelgroepenbeleid vereisen waarbij de verschillende landgebruikers gesensibiliseerd en aangemoedigd worden om te komen tot een ‘wise-use’-gebruik dat resulteert in de versterking van leefgebieden van de bijzondere en kwetsbare soorten (rode lijsten).
  • het behoud en het herstel van de biodiversiteit op lokaal en regionaal vlak een intensief beleid vereist van bescherming en versterking van natuurgebieden, en dit in samenhang met het gehele landschap. Tevens moet een milieukwaliteit van zodanig hoog niveau vooropstaan dat tevens aan de voorwaarden voor kwetsbare soorten (rode lijst) voldaan wordt.
  • om tegemoet te komen aan de nieuwe uitdagingen specifieke en voldoende kwaliteitsvolle leefgebieden als natuurgebied moeten worden uitgebouwd, ingericht en beheerd, dit om de meest kwetsbare en bedreigde biodiversiteit snel en op afdoende wijze te vrijwaren.
  • het noodzakelijk is een beleid te voeren om de kleine natuurgebieden te ontsnipperen, te versterken en in te bedden in een netwerk van voldoende ‘robuuste’ natuur in een kwaliteitsvol landschap.

 

 

1Biodiversiteit is het aantal en de verscheidenheid aan levende organismen en ecosystemen die aan mekaar via een webvormige structuur ondersteunende diensten leveren zoals de voedselkringloop, en die de voorwaarden in stand houden voor het leven op aarde.

2Ecosysteemdiensten = water- , bodem- en voedselkringloop, regeneratie van natuurlijke hulpstoffen, beheersing van plagen- en vervuiling, chemisch- en genetisch reservoir…

 

 

De ondertekenaars engageren zich om:

 

1. actief mee te werken aan de uitvoering van het Europese actieplan 2011-2020 met de doelstelling het verlies aan biodiversiteit te stoppen en ecosystemen te herstellen. De Europese 2020 strategie is opgedeeld in hoofdtargets (http://ec.europa.eu/environment/nature/biodiversity) :

  • handhaving van EU-wetgeving over vogels en habitat
  • instandhouding en verbetering van ecosystemen en ten minste 15% van beschadigde                 gebieden herstellen
  • aanwenden van land- en bosbouw om de biodiversiteit te bevorderen
  • bestrijding van invasieve exoten
  • grotere bijdrage van de EU aan de strijd tegen het wereldwijde biodiversiteitverlies

 

2. de nodige deskundigen en betrokkenen (waaronder Natuurpunt) te horen of samen te roepen om de nodige adviezen en kennis in te zamelen voor de bijsturing van lopende en de ontwikkeling van bijkomende initiatieven inzake biodiversiteit.

 

3. het maatschappelijk draagvlak voor de versterking van de leefgebieden en het soortenbeleid te bevorderen door gerichte communicatie met het publiek en door de betrokkenheid t.o.v. de omgevende natuur en het landschap te vergroten.

 

4. het beleid en de maatregelen m.b.t. biodiversiteit af te stemmen en te heroriënteren op duidelijke en meetbare doelen m.b.t. leefgebieden en soorten, volgens vast te leggen prioriteiten en een concreet stappenplan (zie verder).

 

5.voorrang te geven aan de meest bedreigde en kwetsbare leefgebieden, dier- en plantensoorten en waarbij een bovenregionale en (inter)nationale verantwoordelijkheid in het spel is. Hierbij worden de Vlaamse ‘rode lijsten’3 en de Europese Habitat- en Vogelrichtlijn4 als leidraad gebruikt, evenals de Provinciale Prioritaire Soorten.

 

6.voor het werkgebied de bestaande gegevens over de soorten en de leefgebieden van de Vlaamse ‘rode lijsten’ en de Europese habitatrichtlijn overzichtelijk samen te brengen, gebruik makend van de biologische waarderingskaart, de verspreidingsatlassen en de informatie van plaatselijke deskundigen (waaronder Natuurpunt).

 

7.op basis van deze prioriteiten de eigen beleidsplannen (gemeentelijke GNOP’s, ruimtelijke uitvoeringsplannen, beheerplannen…) actiegericht, bondig en met duidelijke doelstellingen naar soorten en habitats toe, te herwerken onder coördinatie van een deskundige begeleidingsgroep (met Natuurpunt).

 

8. de diverse voorgestelde acties met middelen en mensen door het bestuur te laten goedkeuren. Deze acties veronderstellen een versterkte samenwerking met de doelgroepen, waaronder de natuurbeweging en andere ruimtegebruikers.

 

9. de initiatieven ter versterking van de biodiversiteit uitgaande van burgers verenigd in organisaties van het middenveld (waaronder Natuurpunt) te ondersteunen.

 

10.het beleid vervolgens te richten op de duurzame instandhouding van de bestaansvoorwaarden van de desbetreffende leefgebieden en soorten.

 

3 Rode lijsten geven de bedreigde status aan van planten- en diersoorten adhv criteria als mate van achteruitgang, de totale (wereld)- populatie, het verspreidingsgebied, de populatiedichtheid of -fragmentatie.

4 Europese habitat- en vogelrichtlijnen bepalen dat elk land van de EU voor zijn grondgebied specifieke zones moet aanduiden waar de op Europees vlak meest bedreigde en kenmerkende fauna en flora (benoemd in bijlagen van de richtlijnen) duurzaam kan in stand gehouden worden en waarbij gestreefd wordt naar een samenhangend Europees netwerk van natuurgebieden (Natura 2000 netwerk).

 

ACTIEPUNTEN

 

Actiepunt 1 – Het beschermen en onderhouden van trage wegen

 

We erkennen het belang van de trage wegen voor het comfort en de veiligheid van zachte mobiliteit/zwakke weggebruikers (fietsers en voetgangers). We ondersteunen er de bescherming, ontwikkeling (met aandacht voor de natuurwaarde, zoals een groene omgeving met kleine landschapselementen en streekeigen plantgoed) en het beheer van het gemeentelijk trage wegen netwerk.

De werkgroep trage wegen maakte een inventarisatie op en een trage wegenkaart die verspreid zal worden.

 

Actiepunt 2 – Het voeren van een natuurvriendelijk bermbeleid

 

De gemeente onderzoekt welke maairegimes dienen toegepast te worden, met de bedoeling de bestaande vegetatie en biodiversiteit te beschermen en uit te breiden (bermbeleid gericht op soorten).

Als hulpmiddel wordt een bermbeheersplan opgemaakt. Bijzondere aandacht zal worden geschonken aan de provinciaal prioritaire soorten en er komt een oplijsting van de waardevolle of potentieel waardevolle bermen.

 

Actiepunt 3 – Het promoten en ondersteunen van landschapsmaatregelen

 

Het bestaande subsidiereglement voor kleine landschapselementen wordt actief gepromoot, onder andere door het logistiek ondersteunen van de haagplantactie van het Regionaal Landschap Groene Corridor (RLGC)

 

Actiepunt 4 – Soort- en gebiedsbescherming

 

Soortbescherming

Samen met inwoners en verenigingen zullen we specifieke diersoorten beschermen, zoals  onder andere amfibieën (paddenoverzetacties door vrijwilligers), kerkuilen (nestkasten), huis-, boeren- en gierzwaluwen, bijen (bijenhotels), vleermuizen.

De gemeente Grimbergen heeft 6 koesterburen: gekraagde roodstaart, ringmus, bosorchis, ijsvogel, matkop en veldleeuwerik. Door uitvoering van specifieke projecten  kan er een toename verwacht worden voor enkele soorten (o.a. herwaardering Maalbeekvallei: ijsvogel en matkop; project natuurtuinen: de ringmus)

 

Gebiedsbescherming

Er wordt extra aandacht besteed aan de ingebruikname, het herstel, behoud, beheer, onderhoud en inrichting van:

– natuurlijke poelen (Oyenbrugstraat, Diepen Boomgaard, Parkpoort);

– kleine landschapselementen, zoals knotwilgen, hagen en houtkanten (via GNOP aantal locaties aanduiden);

– natuurlijke bermen, grachten en sloten;

– bloemenweiden;

– gemengde loofbossen;

 

Actiepunt 5 – Het voeren van een actief klimaatbeleid

 

De gemeente Grimbergen heeft op woensdag 25 juni 2014 het burgemeestersconvenant ondertekend.

De gemeente sensibiliseert en stimuleert haar inwoners tot het nemen van milieuvriendelijke maatregelen en het verlagen van hun CO2 uitstoot. Hierbij richt ze zich niet alleen naar particulieren, maar ook naar bedrijven, scholen, ziekenhuizen, winkels.

De klimaatopwarming heeft rechtstreekse gevolgen voor de biodiversiteit (vooral soorten die in gevaar verkeren omwille van hun lage aantallen, hun ingekrompen of verspreide leefgebieden, en soorten die specifieke eisen hebben op het vlak van het klimaat, lopen extra risico’s). Om de impact te verminderen moeten er gezamenlijk acties worden uitgewerkt.

 

Er wordt gewerkt aan een verdere beperking van het energieverbruik.

Bij nieuwbouw en renovatie van gemeentegebouwen zal in de mate van het mogelijke gebruik gemaakt worden van bio-ecologische bouwmaterialen, energie-efficiënte technieken en hernieuwbare energiebronnen. Bij de opstelling van lastenboeken en aanbestedingsprocedures wordt  rekening gehouden met de doelstellingen van energiezuinig en duurzaam bouwen. De mogelijkheden voor integratie van groendaken zal worden onderzocht.

De gemeente gebruikt sinds 2014 40% groene stroom.

Bij de aankoop van materialen en toestellen wordt steeds geopteerd  voor duurzaamheid, zoals inheems hout met FSC of PEFC label. Verven, schoonmaakmiddelen, … zijn vrij van chemische en synthetische bestanddelen en voldoen minstens aan het Europese ecolabel.

 

Actiepunt 6 – Groene, open en toegankelijke publieke ruimte

 

Het woonbeleid wordt gebaseerd op kernversterking en de vrijwaring van de beschikbare open ruimte. Bij de ontwikkeling van woongebieden wordt op voorhand gegarandeerd bekeken dat kleinere, groene entiteiten niet worden afgesneden van het open landschap, bosgebieden of natuurgebieden. Om versnippering tegen te gaan moeten de natuurverbindingsgebieden worden gevrijwaard.

Bij de inrichting van de publieke groene ruimte wordt maximaal natuurwinst gerealiseerd.

 

Actiepunt 7 – Het promoten van natuurvriendelijke tuinen (natuurtuinen)

 

De gemeentelijke overheid stimuleert de aanleg van tuinen volgens de principes van kringlooptuinieren. De soorten worden zo gekozen dat ze daarenboven ook een grote natuurmeerwaarde bieden (waardplant voor insecten, ruim nectar en stuifmeelaanbod voor bijen , zaden,…).

 

Actiepunt 8 – Het uitvoeren van acties uit het GNOP

 

–     in samenwerking met de betrokken eigenaars en buurtbewoners wordt werk gemaakt van onderhoud en uitbreiding van Kleine landschapselementen

–        het aanplanten van struwelen (éénstijlige meidoorn, sleedoorn, iep, zwarte els …) op gemeentelijke eigendom of op OCMW-gronden. Hierbij wordt een samenwerking met de landbouwers nagestreefd

–        herinrichting van pleintjes

 

Actiepunt 9 – Het voorzien en ecologisch invullen van bufferzones

 

Deze bufferzones dienen te worden gerealiseerd met de nadruk op streekeigen beplantingen en aandacht voor natuurverbindingsgebieden. Ook bij het inplanten van nieuwe bedrijven dient hiermee rekening te worden gehouden. Hierbij wordt een samenwerking met de bedrijven nagestreefd

 

Actiepunt 10 – Afbouw bestrijdingsmiddelen

 

De gemeente raadt het gebruik van schadelijke bestrijdingsmiddelen af aan haar inwoners en informeert over haalbare alternatieven.

De gemeente zal het goede voorbeeld geven door op openbaar domein tegen uiterlijk 2015 te streven naar een volledige afbouw van het gebruik van biociden.

Er zal worden gestreefd naar samenwerking met handelaars die schadelijke bestrijdingsmiddelen verkopen.

 

Actiepunt 11 – Herinrichting gemeentelijke terreinen

 

Bij de (her)inrichting van gemeentelijke terreinen wordt gestreefd naar een systematische verhoging  van de biodiversiteit, bv. door de aanplant/aanleg van hagen, houtkanten, bomenrijen, struiken, poelen, het weren van exoten  en invasieve planten.

Bepaalde zones in de gemeente dienen te worden afgebakend voor het versterken van de kleine landschapselementen.

 

Actiepunt 12 – Ondersteuning natuurgebieden in Grimbergen.

 

De gemeente wenst de ecologische waarde van de waardevolle natuurgebieden op zijn grondgebied te benadrukken en zal hier samenwerken met de erkende natuurverenigingen welke actief zijn op het grondgebied van Grimbergen

 

Actiepunt 13 – Samenwerking in functie van het bewaren van biodiversiteit

 

Met Natuurpunt worden afspraken gemaakt op welke wijze we met hen kunnen samenwerken op vlak van het gemeentelijk natuurbeleid in functie van het stimuleren/bewaren van biodiversiteit. Voorgestelde acties daarbij zijn een aangepast bermbeheer en het stimuleren en realiseren van bloemenweides met streekeigen soorten op ruderale terreinen en buffergronden wat de bijenpopulatie ten goede komt.

 

De gemeente kan samen met Natuurpunt een inventaris opmaken van percelen welke in aanmerking zouden kunnen komen om in te richten als bloemenweides.

 

Actiepunt 14 – Biodiversiteit op de website

 

De gemeente voorziet op haar webstek een betere zichtbaarheid voor leefmilieu, natuur en biodiversiteit: er wordt een specifieke biodiversiteitspagina voorzien met input van en/of links naar RLGC, de plaatselijke Natuurpunt-afdeling en de Vogelwerkgroep Noordwest-Brabant.

De website van Natuurpunt Grimbergen (met specifieke aandacht voor biodiversiteit) wordt regelmatig geactualiseerd

 

Actiepunt 15 – Communicatie betreffende exoten

 

De gemeente vervult een actieve rol rond de communicatie voor hinderlijke soorten in de natuur (vb. Japanse duizendknoop, reuzenberenklauw, …) De gemeente verzorgt aldus de verspreiding van wetenschappelijk onderbouwde achtergrondinformatie en concrete info rond eventuele maatregelen tegen verspreiding of hinder van deze soorten  De expertise van o.a. Natuurpunt op dit vlak wordt gedeeld met de gemeente.

 

Actiepunt 16 – Sensibilisatieacties rond natuur, leefmilieu en biodiversiteit ondersteunen

 

De gemeente en Natuurpunt streven ernaar om de betrokkenheid van alle actoren (lokale overheid, bedrijven, landbouwers, verenigingen, scholen, burgers, …) te verhogen via gerichte acties. Dit kan zowel via de gemeentelijke infokanalen (website, persberichten, …), als via de organisatie van wandelingen, zwerfvuilacties, opening natuurgebieden, boomplantacties, … en activiteiten zoals Dag van het Park, Dag van de Landbouw, haagplantacties …